De kerriebladboom (Murraya koenigii) wordt een steeds populairdere plant in Nederland en België. De kerriebladeren van de kerriebladboom worden vooral in de Indiase keuken gebruikt. Het kweken van een kerriebladboom is helaas niet heel gemakkelijk. Net als citrusbomen stellen kerriebladbomen hoge eisen aan de hoeveelheid licht die ze nodig hebben. Ook hebben ze een gevoelig wortelstelsel, waardoor het belangrijk is om veel aandacht te besteden aan het kiezen van een plantenbak en de potgrond. In dit artikel kun je lezen hoe je zelf een kerriebladboom kunt kweken.

Kerriebladbomen zijn in Europa nog vrij zeldzaam. Voor het vervoeren van planten uit de Murraya familie gelden vaak strenge eisen, omdat deze planten soms besmettelijke ziektes met zich mee dragen. Daarnaast zijn deze planten moeilijk te vermeerderen. Meestal worden de kerriebladbomen uit zaad opgekweekt, maar niet elk zaadje is levensvatbaar. De zaden moeten vers worden gezaaid, waardoor ze moeilijk te verzenden zijn. Ook het stekken van kerriebladbomen is vaak moeilijk.

In Nederland zijn er vaak lange wachttijden voor kerriebladbomen. Wij zijn daarom zelf op zoek gegaan naar kerriebladbomen uit het buitenland. Via ETSY hebben wij inmiddels een Europese verkoper, EUgardencentre, gevonden die gezonde, jonge kerriebladboompjes verkoopt. Inmiddels hebben wij al meer dan tien plantjes hier besteld die allemaal in goede conditie en voorzien van een plantenpaspoort aankomen. Wanneer je op zoek bent naar jonge kerriebladplantjes, is dit dus zeker een aanrader! Mocht je benieuwd zijn naar de smaak van een kerrieblad voordat je de sprong waagt om zaadjes of plantjes te kopen, dan kun je voor gedroogde kerriebladeren terecht bij de Kruidenbaron.

De kerriebladboom krijgt 1 keer per jaar witte bloemen, van ongeveer een centimeter doorsneden. Normaal gesproken bloeit de kerriebladboom in de late lente. Wanneer de kerriebladboom binnen staat, dan kan het zijn dat de plant de signalen mist dat het seizoen is veranderd. Hierdoor kan het zijn dat een volwassen kerriebladboom niet of in een andere periode bloeit.

De bloemen van een kerriebladboom hebben zowel mannelijke als vrouwelijke voortplantingsorganen. Met andere woorden is een kerriebladboom zelfbestuivend. Dit betekent niet dat de bloemen automatisch in vruchten met zaden veranderen. Het stuifmeel van de stampers moet wel op de stempel komen. Wanneer de kerriebladboom buiten staat, dan zorgen bestuivend, zoals bijen en hommels, hiervoor. Staat de kerriebladboom binnen, dan kun je de bloemen bestuiven door met een zacht, klein kwastje over de stampers en stempel te kwasten.

De vruchten van een kerriebladboom zijn klein, ongeveer 1,5 centimeter. De vruchten kleuren van rozerood naar zwart. Als de vruchten zwart zijn, zijn ze rijp. Ongeveer drie tot vier maanden nadat de bloemen van de kerriebladboom zijn open gegaan kunnen de vruchten geoogst worden. Meestal worden de vruchten niet voor culinaire doeleinde gebruikt. De zaden in de kerriebladboomvrucht kunnen gezaaid worden.

De zaden van een kerriebladboom moeten eerst schoongemaakt worden voordat ze geplant worden. Om dit te doen haal je het zwarte vruchtvlees van het zaadje af en spoel je het zaadje schoon. Hoe schoner het zaadje is, hoe kleiner de kans dat het zaadje gaat schimmelen. Om het zaadje vervolgens te laten ontkiemen, kun je het beste wat vochtige zaaigrond in een zipzakje doen en hier het zaadje in stoppen. Het zakje moet op een warme plek gezet worden. Zodra de plantjes een paar echte blaadjes hebben, kunnen ze in een groter potje gezet worden.

We hebben zaden van verschillende aanbieders geprobeerd, maar ondanks dat deze zaden volgens de verkopers “vers” waren, zijn ze nooit ontkiemd. Wanneer je zaadjes van de kerriebladboom wilt kopen dan is het aan te raden om te vragen of de verkoper direct na het plukken het vruchtvlees verwijderd en het zaad in een vochtig doekje wikkels en in een zipzakje doet. Het is af te raden om de zaden te laten verzenden bij buitentemperaturen onder de 20 graden Celsius. Vraag ook of de verkoper een foto kan sturen van de zaden die je toegestuurd krijgt. Als het goed is, zitten de zaden voor de verkoop nog aan de plant.

De meeste kerriebladbomen zijn bij aankoop enkele centimeters hoog. Door een goede verzorging kunnen de kerriebladbomen uitgroeien tot grote, struikachtige, bomen. Een kerriebladboom wordt maximaal zes meter hoog. Door regelmatig takken van de kerriebladboom te oogsten, blijft de plant klein.

Het wortelstelsel van een kerriebladboom heeft vaak een grotere doorsneden dan de kroon. Een plantenbak waarbij de doorsneden 2 keer zo groot is als de kroon is ideaal. Stel dat de kroon een doorsneden heeft van 30 centimeter, dan zou een plantenbak met een doorsneden van 60 centimeter ideaal zijn.

Het is belangrijk dat de plantenbak waarin de kerriebladboom staat gaten in de bodem heeft waar overtollig water uit kan lopen. De wortels van een kerriebladboom kunnen beschadigen wanneer er te veel water in de plantenbak blijft staan. Ook kunnen vervelende ziekteverwekkers actief worden als de grond te nat is. Voorbeelden hiervan zijn een AirPot, een Airmaxx pot of een Gronest zak. Een plantenbak moet wel op een laagje kiezels of hydrokorrels gezet worden, zodat de bodem niet in contact blijft staan met overtollig water.

Kerriebladbomen groeien over het algemeen het beste in een doorlatende, zwarte grond. Om er zeker van te zijn dat de grond van goede kwaliteit is, kun je deze beter zelf mengen. Hiervoor meng je 1 deel zand met 1 deel organische grond. Voor het deel organische grond kun je een mengsel maken door 2 delen turf of kokosvezels te mengen met 1 deel wormenmest of GFT-compost te mengen. Wormenmest, ook wel vermicompost genoemd, heeft de voorkeur, want dit bevat vaak meerder micro-organisme die goed zijn voor de groei van planten. Er zijn verschillende aanbieders van wormenmest te vinden, zoals de wormenmest van Kwekerij Wasse, de wormenmest van BioSolutions, de wormenmest van Franky’s Flora, de Worm Humus van Biobizz, Plagron Mega Worm, en de wormenmest van Biogroei. De uiteindelijke zuurtegraad van de grond moet neutraal tot licht basisch zijn, en dus een waarde rond de pH 7 tot 8 hebben. In veel gevallen moet de pH-waarde van zelf gemengde grond verhoogd worden, op de pagina over het verhogen van de pH-waarde van grond kun je lezen hoe dit moet.

Om het organisch gehalte van de grond op peil te houden, kan het helpen om de kerriebladboom 1 keer per jaar te mulchen met kokosvezels. Deze spreidt je in een dunne laag, van ongeveer 1 á 2 centimeter, rondom de stam van de plant. Zorg ervoor dat de mulch niet in contact komt met de stam van de kerriebladboom, want dit kan de groei van schimmels bevorderen.

Kerriebladbomen komen van oorsprong uit subtropische gebieden. Dit betekent dat ze van warmte en een hoge luchtvochtigheid houden. In de gebieden waar de kerriebladboom wordt gehouden voor de verkoop van kerriebladeren, kan de temperatuur in de zomer tot boven de 40 graden Celsius komen. In de winter ligt de temperatuur meestal rond de 20 graden. Zet de kerriebladboom daarom binnen in huis, op een warme plek voor een zonnig raam, of in een vorstvrije kas.

In de gebieden waar de kerriebladboom voor de verkoop van bladeren gekweekt is de daglengte altijd rond de 12 uur en is het zonnig. Wanneer de kerriebladboom in de zomer buiten staat, dan krijgt de plant voldoende licht. In de periode dat de kerriebladboom buiten staat, omdat het buiten te koud is, heeft de kerriebladboom extra licht nodig van een kweeklamp om te overleven. In onze huizen komt helaas altijd te weinig licht binnen voor een kerriebladboom, zelfs als je een heel zonnig huis hebt.

In de periode dat de kerriebladboom binnen wordt gehouden, moet deze dus eigenlijk onder een kweeklamp staan. De planten hebben een minimale daglicht integraal (DLI) van 12 tot 17 mol/m²/dag nodig. Om de natuurlijke omstandigheden zo goed mogelijk na te bootsen, zet je een kweeklamp die minimaal 300 µmol/m²/s, zoals de TLED lamp van Secret Jardin, uitstraalt over de hele kroon 11 uur per dag aan. Kies je ervoor om een sterkere kweeklamp te nemen, dan zal de kerriebladboom meer energie kunnen produceren. Dit zorgt er voor dat de kerriebladboom sneller groeit en bladeren van een betere kwaliteit krijgt. Lees meer hierover op de pagina over kweeklampen.

De samenstelling van de plantenvoeding en de hoeveelheid plantenvoeding die en plant krijgt, kan de groei van de plant beïnvloeden. Door het geven van plantenvoeding zorg je er niet alleen voor dat de kerriebladboom gezond blijft, maar kun je de kerriebladboom ook stimuleren om extra veel bladeren aan te maken. Het is bij plantenvoeding niet zo altijd dat meer beter is. In veel gevallen zorgt een teveel aan plantenvoeding ervoor dat de plant ziek wordt. Het is dus belangrijk dat de plantenvoeding afgemeten wordt, in plaats van de hoeveelheid te gokken.

Kerriebladbomen hebben stikstof, fosfor en kalium nodig om optimaal te groeien. Per 10 centimeter hoogte heeft de kerriebladboom per jaar 30 gram pure stikstof, 5 gram pure fosfor en 5 gram pure kalium nodig. Een kerriebladboom van 40 centimeter hoog zou dan dus 120 gram stikstof, 20 gram fosfor en 20 gram kalium nodig hebben.

Hiervoor zou je bijvoorbeeld een combinatie van Organifer Amino Power en Cellmax Bio 8-2-2 voor kunnen gebruiken. Van de Cellmax Bio 8-2-2 zou je per jaar 250 gram per 10 centimeter hoogte nodig hebben, ofwel 4 tot 5 gram per 10 centimeter hoogte per week. Daarbij heb je dan ook nog 110 gram Organifer Amino Power per jaar per 10 centimeter hoogte, of 2 gram per 10 centimeter hoogte per week, nodig. Voor een kerriebladboom van 40 centimeter zou je dan per week dus 16 tot 20 gram Cellmax Bio 8-2-2 en 16 gram Organifer Amino Power geven.

Om kerriebladbomen een boost te geven, naast de NPK-plantenvoeding, wordt in India panchgavya als bladvoeding gebruikt. Dit is een mengsel van koeienplas, koeienmelk, ghee en koeienmest dat gefermenteerd wordt. Aangezien de meeste van ons geen directe toegang hebben tot de pure uitwerpselen van de koe, is het beter om op zoek te gaan naar een alternatief. Zeker omdat de meeste kerriebladbomen hier binnen staan, en wij het vermoeden hebben dat de geur van de panchgavya niet bijdraagt aan een fijn huis.

Analyse van panchgavya laat zien dat het ongeveer één tot anderhalve procent stikstof en minder dan een halve procent fosfor en kalium bevat. Een bladvoeding die ongeveer 1 procent stikstof bevat, zou panchgavya daarom kunnen vervangen. Hiervoor zou je SuperFoliar bladvoeding kunnen gebruiken, mits je deze verdunt totdat het ongeveer 1% stikstof bevat. De bladvoeding geef je vier keer per jaar, bij voorkeur na de oogst.

Panchgavya bevat ook een groot aantal microben, waaronder stikstofbindende bacteriën. Deze dragen bij aan een beter bodem leven, net zoals probiotica het verteringsstelsel van mens en dier gezond houdt. Deze functie zou overgenomen kunnen worden met een mengsel mycorrhiza, ofwel goede bodem schimmels, en een mengsel met goede bodem bacteriën. Hiervoor kun je BioSolutions Mycorrhiza + Trichoderma , Cellmax Product X of BAC Schimmels gebruiken. De gezonde schimmels en bacteriën kun je bij het verplanten toevoegen. Om de populatie schimmels en bacteriën op peil te houden, kun je deze samen met de bladvoeding vier keer per jaar toedienen. 

Kerriebladbomen groeien ook beter wanneer ze vier keer per jaar ingespoten worden met humuszuren. Humuszuren lijken de plant te helpen om andere plantenvoeding efficiënter te gebruiken en verbeteren de functie van de cellen. Hierdoor zijn planten die met humuszuren worden ingespoten vaak vitalere en leren ze een grotere oogst. Om de groei van de kerriebladboom te stimuleren kun je de plant daarom vier keer per jaar, na de oogst inspuit met een mengsel met 0,2% humuszuren. Hiervoor zou je Fluvic kunnen gebruiken.

De waterbehoefte van een kerriebladboom hangt van veel factoren af, zoals de temperatuur, de luchtvochtigheid, de samenstelling van de grond en de afmeting van de plant. Om ervoor te zorgen dat de grond niet te droog, kun je een waterlont of een waterkegel gebruiken. Een waterlont bestaat simpelweg uit een dik katoenen touw, van ongeveer 0,5 centimeter dik. De ene kant van dit touw wordt in de grond gestopt, in de buurt van de wortels. De andere kant van het touw wordt in een fles met water gestopt. Wanneer de grond opdroogt, dan wordt er water uit de fles naar de grond toe gezogen. De zuigkracht wordt bepaald door de droogte van de grond. Hierdoor kan de grond nooit te nat worden. Een waterkegel werd op een vergelijkbare manier, waarbij een poreus stuk, meestal van terracotta, bepaald hoeveel water en er in de grond stroomt.

Kerriebladbomen houden van een hoge luchtvochtigheid. Om de luchtvochtigheid rondom de kerriebladboom te verhogen kun je de bladeren van de plant elke dag inspuiten met water of een luchtbevochtiger in de buurt van de kerriebladboom zetten. 

De kerriebladboom is vooral te herkennen aan de geur van de bladeren. De warme, aromatische geur is niet te vergelijken met de gele kerriepoeder uit de supermarkt. De geur en smaak van de kerriebladeren wordt verkregen door een combinatie van pingen, sabineen, bèat-caryofylleen, cadinol, en cadineen. 

Wanneer een kerriebladboom geoogst wordt, wordt de boom eigenlijk ook meteen gesnoeid. Bij het oogsten worden de takken, met elk zo’n tien tot twintig kerriebladeren eraan, van de plant af geknipt. De bladeren van de kerriebladboom zijn niet alleen waardevol in de keuken, maar zijn ook belangrijk voor de groei van de kerriebladboom. Elk blaadje is een kleine fabriek waarin water en koolstofdioxide, met behulp van zonlicht, wordt omgezet in glucose. De glucose wordt door de kerriebladboom gebruikt om de cellen waaruit de kerriebladboom gemaakt is van energie te voorzien. Wanneer er te veel bladeren van de kerriebladboom worden geoogst, dan kan de plant onvoldoende energie aan maken om te overleven.

Wanneer de kerriebladboom hoger dan 80 centimeter is gegroeid, dan kun je vaker en grotere hoeveelheden kerriebladeren oogsten. Kies je ervoor om in één keer een grote hoeveelheid kerriebladeren te oogsten, dan is het aan te raden dit maximaal vier keer per jaar te doen. Dit houdt in dat je na een oogstbeurt minimaal drie maanden wacht voordat je opnieuw oogst. Wanneer je af en toe enkele bladeren oogst, dan is het belangrijk om het totaal aantal bladeren aan de plant in het oog te houden.

In gebieden waarin kerriebladbomen buiten worden gehouden, worden de planten op een hoogte van ongeveer 30 centimeter afgeknipt. Hierdoor ontstaat een struikachtige kerriebladboom. Er wordt dan zo’n 400 tot 500 gram van een enkele kerriebladboom geoogst, inclusief het gewicht de tak waaraan de kerriebladeren hangen. Wanneer je ervoor kiest om enkele keren per jaar een grote hoeveelheid kerriebladeren te oogsten, dan zou je dezelfde techniek kunnen toepassen. Zorg ervoor dat er minimaal 30 centimeter van de kerriebladboom over blijft.

Wanneer je af en toe enkele bladeren oogst, dan is het belangrijk om de oudste takken en bladeren te laten hangen. De jonge bladeren bevatten meer etherische oliën dan oudere balderen, hierdoor ze smaakvoller zijn. Wanneer je de tak gaat kiezen om van te oogsten, dan kun je het beste kiezen voor de takken die hoger groeien en takken die uit een andere tak vertakt zijn. De takken die binnen 30 centimeter van de grond hangen, en dan vooral de takken die direct uit de stam komen kun je het beste laten hangen. De bladeren die aan het uiteinde van een tak groeien zijn meestal het jongst. Heb je niet genoeg aan de bladeren van een halve tak, dan is het beter om de bladeren van een andere tak te oogsten dan om een hele tak weg te halen. Op die manier blijven de oudere bladeren, die de meeste energie produceren, aan de kerriebladboom hangen.

Het zelf kweken van groenten, fruit, kruiden en bloemen gaat meestal gemakkelijk, maar soms zit er ook wel eens wat tegen. Mocht je een vraag hebben over het kweken van planten, dan zullen wij deze zo goed mogelijk proberen te beantwoorden. Je kunt je vragen onderaan deze pagina stellen, via het Disqus formulier. Om naar het Disqus formulier te gaan, klik je op de “Stel een vraag!”-knop hieronder.

• Ali, M. N., Ghatak, S., & Ragul, T. (2011). Biochemical analysis of Panchagavya and Sanjibani and their effect in crop yield and soil health. J Crop Weed, 7(2), 84-86.
• Aravind, S., Balakrishnamurthy, G., & Jansirani, P. (2012). Influence of fertigation treatments on growth and yield of curry leaf (Murraya koenigii Spreng.) during off season. Crop Research, 44(3), 461-465.
• Bhatnagar, S., Rathore, L. S., Vishnoi, G., Khan, A. U., & Kumar, B. (2018). Record of insect pollinators on the inflorescence of Murraya koenigii in Rajasthan. Journal of Agriculture and Ecology, 5, 38-41.
• Canellas, L. P., Olivares, F. L., Aguiar, N. O., Jones, D. L., Nebbioso, A., Mazzei, P., & Piccolo, A. (2015). Humic and fulvic acids as biostimulants in horticulture. Scientia Horticulturae, 196, 15-27.
• Choudhury, R. P., & Garg, A. N. (2007). Variation in essential, trace and toxic elemental contents in Murraya koenigii–A spice and medicinal herb from different Indian states. Food Chemistry, 104(4), 1454-1463.
• Devaki, K., Muralikrishna, T., Sreedevi, K., & Rao, A. R. (2013). Incidence and biology of leaf roller, Psorosticha zizyphi (Stainton)(Lepidoptera: Oecophoridae) on curry leaf, Murraya koenigii (L.) Sprengel. Pest Management In Horticultural Ecosystems, 18(2), 154-157.
• Handral, H. K., Pandith, A., & Shruthi, S. D. (2012). A review on Murraya koenigii: multipotential medicinal plant. Asian Journal of Pharmaceutical and Clinical Research, 5(4), 5-14.
• Jagadeeshkanth, R.P. & Sankaranarayanan, R & Suresh, V. (2017). Effect of High Density Planting on Quality of Curry Leaf (Murraya koenigii Spreng.). International Journal of Current Microbiology and Applied Sciences. 6. 2861-2864. 10.20546/ijcmas.2017.612.333. 
• Jagadeeshkanth, R. P., & Sankaranarayanan, R. (2014). Fertigation Studies in Curry Leaf (Murraya koenigii Spreng.). Trends in Biosciences, 7(9), 800-802.
• Jain, M., Gilhotra, R., Singh, R. P., & Mittal, J. (2017). Curry leaf (Murraya koenigii): A spice with medicinal property. MOJ Biol Med, 2(3), 00050.
• Joseph, S., & Peter, K. V. (1985). Curry leaf (Murraya koenigii), perennial, nutritious, leafy vegetable. Economic Botany, 39(1), 68-73.
• Morton, J. F. (1984). The curryleaf tree (Murraya koenigii Spreng.) is attracting attention in Florida. In Proceedings of the Florida State Horticultural Society (Vol. 97, pp. 314-317).
• Parthasarathy, V. A., Chempakam, B., & Zachariah, T. J. (Eds.). (2008). Chemistry of spices. Cabi.
• Peter, K. V. (Ed.). (2006). Handbook of herbs and spices (Vol. 3). Woodhead publishing.
• Perveen, S., Khanam, M. N., Anis, M., & El Atta, H. A. (2015). In vitro mass propagation of Murraya koenigii L. Journal of Applied Research on Medicinal and Aromatic Plants, 2(2), 60-68.
• Priyadarshini, G & Vemuri, Shashi & Reddy, C & Swarupa, S. (2017). Pattern of Pesticide Usage in Curry Leaf and Farmers Views. Asian Research Journal of Agriculture. 6. 1-9. 10.9734/ARJA/2017/34458. 
• Raina, V. K., Lal, R. K., Tripathi, S., Khan, M., Syamasundar, K. V., & Srivastava, S. K. (2002). Essential oil composition of genetically diverse stocks of Murraya koenigii from India. Flavour and fragrance journal, 17(2), 144-146.
• Ramakrishnan, N., Sridharan, S., & Chandrasekaran, S. (2015). Insecticide usage patterns on curry leaf. International journal of vegetable science, 21(4), 318-322.
• Rout, G. R. (2005). Direct plant regeneration of curry leaf tree (Murraya koenigii Koenig.), an aromatic plant. In Vitro Cellular & Developmental Biology-Plant, 41(2), 133-136.
• Saini, S. C., Reddy, G. B. S., & Birari, P. (2013). Assessment of Quality of Curry Leaves (Murraya koenigii). International Journal of Pharmaceutical Science Invention2, 10, 13-17.
• Siddappa, R., & Hegde, N. K. (2011). Effect of foliar spray of vermiwash and nutritional treatments on growth and yield performance of curry leaf var. SUVASINI. Asian Journal of Horticulture, 6(1), 68-70.
• Singh, S., More, P. K., & Mohan, S. M. (2014). Curry leaves (Murraya koenigii Linn. Sprengal)-a mircale plant. Indian Journal of Scientific Research, 4(1), 46-52.
• Soundappan, K., Bajaj, R., Vaidya, B. N., & Joshee, N. (2018). Anatomical and biochemical investigations on medicinal tree Murraya koenigii Spreng. Journal of Biotech Research, 9, 70-78.
• Subathra, M. K., & Ravikumar, R. A STUDY ON COST AND RETURNS OF CURRY LEAF CULTIVATION IN COIMBATORE DISTRICT.
• Subha, R., Jansirani, P., & Babu, C. R. (2010). Studies on crop regulation in curry leaf (Murraya koenigii Spreng.) during off season. International Journal of Plant Sciences (Muzaffarnagar), 5(1), 269-273.
• Suresh, V., & Jansirani, P. (2017). Cutting Management and Application of Bio-Stimulants on Leaf Yield and Quality of Curry Leaf (Murraya koenigii Spreng.). Int. J. Curr. Microbiol. App. Sci, 6(7), 2181-2187.
• Tara, J. S., & Sharma, M. (2010). Record of hemipteran insect pest diversity on Murraya koenigii (L.) Sprengel (curry leaf), a medicinally important plant from Jammu region of J&K state. The Bioscan, 5(1), 71-74.
• Verma, R. S., Padalia, R. C., Arya, V., & Chauhan, A. (2012). Aroma profiles of the curry leaf, Murraya koenigii (L.) Spreng. chemotypes: variability in north India during the year. Industrial crops and products, 36(1), 343-348.