Water Besparen Door Het Gebruik Van Bacteriën

water besparen door het gebruik van bacteriën

Dit artikel citeren? Gebruik dan onderstaande bronvermelding:

van Rooij, C. (2025). Water besparen door het gebruik van bacteriën. Foodplanting. https://www.foodplanting.com/2025/06/04/water-besparen-door-het-gebruik-van-bacteri%C3%ABn/

Planten hebben water nodig om te kunnen groeien, bloeien en vrucht te dragen. Maar door warmere zomers, drogere lentes en steeds strengere sproeiregels, krijgen ze dat water niet altijd vanzelf. Gelukkig hoeven planten het niet alleen te doen. In de bodem leven bodembacteriën die hen helpen om beter met droogte om te gaan. In dit artikel lees je hoe bodembacteriën planten kunnen helpen om met droogte om te gaan, hoe je goede bodembacteriën aan de grond kunt toevoegen en hoe je de bacteriën in de grond kunt verzorgen.

Het effect van droogte op planten

Planten bestaan voor het grootste deel uit water. Ze gebruiken dit niet alleen als bouwstof, maar ook voor het transport van voedingsstoffen en voor de fotosynthese. In Nederland en België is het meestal niet zo droog dat er helemaal geen water meer in de bodem zit. Vaak valt er af en toe regen of wordt er gesproeid, waardoor planten net genoeg water krijgen om te overleven, maar niet genoeg om optimaal te groeien, bloeien en vrucht te dragen.

Wanneer planten in droge omstandigheden terechtkomen, reageren ze op verschillende manieren. Sommige soorten hebben zich evolutionair aangepast aan een droog klimaat. Denk bijvoorbeeld aan agave, die dikke bladeren heeft waarin hij water opslaat. Andere planten kiezen ervoor om sneller te bloeien en zaden te vormen zodra het droog wordt, zodat ze hun voortplanting veiligstellen. Rucola is daar een goed voorbeeld van: zodra de grond te droog wordt, schiet het snel door. De meeste tuinplanten passen zich echter aan door hun groei bij te stellen. Zo ontwikkelen zonnebloemen bij aanhoudende droogte kleinere bladeren, waardoor er minder water via verdamping verloren gaat.

Agave plant die water opslaat in zijn dikke bladeren om droogte te overleven
De agave plant slaat water op in zijn bladeren om droge periodes te overleven.
Rucolaplant die snel in bloei schiet als reactie op droogte
Rucola planten schieten snel in de bloei wanneer ze droogte ervaren.
Zonnebloemen met kleinere bladeren en beperkte groei door langdurige droogte
Zonnebloemen krijgen kleinere bladeren en worden minder lang wanneer het lang droog is.

Droogte beïnvloedt ook de opname van voedingsstoffen. Essentiële elementen zoals stikstof, fosfor en kalium moeten opgelost zijn in water voordat de wortels ze kunnen opnemen. Wanneer er te weinig vocht beschikbaar is, verloopt deze opname trager. Tegelijkertijd neemt de activiteit van bodemorganismen af. Vooral bodembacteriën zijn daar gevoelig voor, waardoor er minder voedingsstoffen vrijkomen uit organisch materiaal, zoals mest en dode plantenresten. Dit maakt planten bij droogte dubbel kwetsbaar: niet alleen krijgen ze minder water, maar ook minder voeding.

De rhizosfeer

Rondom de wortels van planten bevindt zich een bijzonder actief gebied in de bodem: de rhizosfeer. In deze smalle zone leven veel meer micro-organismen dan in de rest van de bodem. Dat komt doordat planten via hun wortels suikers, aminozuren en andere stoffen afgeven die bacteriën aantrekken. In ruil daarvoor helpen die bacteriën de plant aan voedingsstoffen en stimuleren ze de groei.

Wanneer het droog wordt, verandert deze samenwerking. Planten geven andere signaalstoffen af zodra ze stress ervaren. Daarmee trekken ze specifiek micro-organismen aan die bekend staan om hun droogtetolerantie. Dit proces wordt soms omschreven als een ‘schreeuw om hulp’ van de plant: een manier om extra hulptroepen te mobiliseren wanneer het droger wordt.

Het effect van BACTERIËN op de droogte resistentie van planten

Om planten beter bestand te maken tegen droogte, kun je gebruik maken van bodembacteriën die de natuurlijke afweermechanismen van de plant versterken. Deze bacteriën, ook wel PGPR (plant growth-promoting rhizobacteria) genoemd, helpen planten op meerdere manieren om om te gaan met een tekort aan water. Hieronder lees je hoe ze dat doen, van het stimuleren van wortelgroei tot het verminderen van stress en het vasthouden van water op celniveau.

Wortelgroei stimuleren met bacteriële groeihormonen

Een van de belangrijkste manieren waarop bodembacteriën planten helpen om beter met droogte om te gaan, is door de wortelgroei te stimuleren. Dat doen ze via de productie van plantenhormonen, zoals Indool-3-azijnzuur (IAA) en gibberellinen. Deze hormonen zorgen ervoor dat wortels zich sneller ontwikkelen, dieper de grond in groeien en meer vertakkingen krijgen. Daardoor kan de plant met zijn wortels dieper en verder reiken, tot in bodemlagen waar bij droogte vaak nog net genoeg water zit om te overleven.

Vooral bacteriën uit de geslachten Pseudomonas, Rhizobium, Azospirillum, Azotobacter, Arthrobacter en Microbacterium staan bekend om hun vermogen om IAA aan te maken. Bij toenemende droogte neemt hun IAA-productie toe, omdat dit een overlevingsvoordeel oplevert voor zowel de plant als de bacterie. Een groter en actiever wortelstelsel betekent namelijk dat de plant beter blijft groeien en meer suikers blijft afstaan aan de bacteriën in de rhizosfeer. Bij tomaat bijvoorbeeld leidt behandeling met Priestia aryabhattai en Paenibacillussp. tot een duidelijk grotere wortelmassa, mede door verhoogde productie van IAA en cytokininen.

Gibberellinen werken aanvullend op IAA. Ze stimuleren onder andere de verlenging van wortelcellen, waardoor wortels sneller de diepere bodemlagen bereiken. Bij sla blijkt inoculatie met Bacillus spp. geïsoleerd uit de Atacama-woestijn te zorgen voor een aanzienlijke verbetering van de waterstatus en nutriëntenopname onder droogtestress, mede door verbeterde wortelontwikkeling. De combinatie van deze hormonen zorgt ervoor dat planten zich bij matige droogte niet alleen verdedigen, maar actief aanpassen door op zoek te gaan naar water op moeilijk bereikbare plekken. 

Ook mediterrane gewassen, zoals olijfbomen, reageren sterk op deze hormonale stimulatie. In experimenten met inheemse PGPR-stammen leidde inoculatie tot duidelijk verbeterde wortelontwikkeling en verhoogde droogtetolerantie, dankzij de bacteriële productie van zowel IAA als ACC-deaminase.

Ook mediterrane gewassen, zoals olijfbomen, reageren sterk op deze hormonale stimulatie. In experimenten met inheemse bacterie-stammen leidde inoculatie tot duidelijk verbeterde wortelontwikkeling en verhoogde droogtetolerantie, dankzij de productie van zowel IAA als ACC-deaminase.

Bacteriën stimuleren wortelgroei met groeihormonen, wat planten helpt om water uit een groter bodemvolume op te nemen
Bacteriën maken groeihormonen aan, waardoor planten diepere wortels met meer vertakkingen en haarwortels ontwikkelen. Zo kunnen ze water uit een groter bodemvolume opnemen.

Water vasthouden met bacteriële exopolysachariden

Sommige bodembacteriën scheiden exopolysachariden (EPS) uit: lange koolhydraten die als een soort gel rondom de wortels gaan zitten. Deze gel werkt als een spons die water vasthoudt in de buurt van de wortels. Zo blijft de wortelzone langer vochtig, zelfs als de rest van de grond al is uitgedroogd. Dat is belangrijk, want als wortels zelf uitdrogen, kunnen ze beschadigd raken en minder goed functioneren.

De EPS-laag beschermt niet alleen de wortels, maar ook de watermoleculen in de bodem. Doordat deze moleculen steviger worden vastgehouden, verdampen ze minder snel. Alleen de wortels van de plant kunnen ze dan nog opnemen. Dat betekent dat het beschikbare water langer in de bodem blijft, precies waar de plant het nodig heeft.

Als de bovenste grondlagen volledig uitdrogen, drogen ook de gelachtige EPS-laagjes uit. Ze veranderen dan in een soort vlies dat zich als een dun dekseltje tussen de gronddeeltjes nestelt. Net als een deksel op een pan voorkomt dat er stoom ontsnapt, voorkomt dit vliesje dat er water uit de diepere bodemlagen verdampt. Hierdoor blijft de grond langer vochtig en heeft de plant dus minder snel last van waterstress.

Bacteriën produceren EPS in de rhizosfeer, wat helpt om vocht in de bodem vast te houden bij hitte en wind
Bacteriën scheiden EPS uit in de rhizosfeer. Deze gelachtige structuur houdt water vast, waardoor de grond langer vochtig blijft bij hitte of wind.

Minder stress door verlaging van ethyleen

Wanneer een plant last heeft van droogte, raakt hij in de stress. Eén van de belangrijkste stresshormonen die dan vrijkomt, is ethyleen. Dit plantenhormoon speelt een rol bij het stoppen van de groei van de plant en het versneld verouderingsproces van de bladeren. Ethyleen ontstaat in de plant uit een voorloperstof: 1-aminocyclopropaan-1-carbonzuur (ACC).

Gelukkig zijn er bacteriën in de rhizosfeer die deze stressreactie helpen onderdrukken. Zodra ze merken dat er veel ACC in hun omgeving vrijkomt, maken ze een enzym aan dat ACC-deaminase heet. Dit enzym wordt door de plantenwortels opgenomen en breekt het ACC in de plant af, nog voordat het in de plant omgezet kan worden in ethyleen. Door de hoeveelheid ACC in de plant te verlagen, zorgen de bacteriën ervoor dat het ethyleenniveau daalt en de plant dus rustiger blijft reageren op droogte.

Het effect is vergelijkbaar met een natuurlijke stressremmer. Planten die minder ethyleen aanmaken, houden hun bladeren langer vast, blijven doorgroeien en zijn beter bestand tegen tijdelijke droogte. Zo bleek uit onderzoek dat tomatenplanten die behandeld waren met ACC-deaminase-producerende Bacillus subtilis een hogere relatieve waterinhoud en minder oxidatieve schade hadden tijdens droogte. Ook bij aardbeien liet een PGPR-biofertilizer zien dat het fotosyntheseverlies onder droogte sterk afnam, doordat het ethyleengehalte werd onderdrukt. En in druiven verminderde de inzet van ACC-deaminase-bacteriën de schade aan cellen door droogte, terwijl de antioxidatieve afweer van de plant juist toenam.

Verschillende soorten rhizobacteriën, zoals Pseudomonas, Enterobacter, Bacillus en Azospirillum, staan bekend om hun vermogen om ACC-deaminase te produceren. In droge bodems kunnen zij dus het verschil maken tussen een plant die stopt met groeien en een plant die zich aanpast aan de omstandigheden.

Bacteriën verlagen het ethyleengehalte in planten, waardoor bladverlies en groeirem door droogtestress worden beperkt
Bacteriën verlagen het stresshormoon ethyleen in planten, waardoor ze bij droogte minder snel last krijgen van bladverlies en groeirem.

Osmotische aanpassing met behulp van ‘natuurlijke sportdrankjes’

Wanneer planten weinig water uit de grond kunnen opnemen, verliezen ze meer water uit hun cellen dan dat er binnenkomt. Dat zorgt ervoor dat de cellen inkrimpen, minder goed functioneren en vatbaarder worden voor schade. Om dat te voorkomen, maken planten stoffen aan die helpen om water in de cel vast te houden. Deze stoffen worden osmolyten genoemd. Ze werken een beetje zoals een sportdrankje: ze vullen het vochtgehalte aan, stabiliseren eiwitten en zorgen dat cellen minder snel beschadigd raken door uitdroging.

Twee van de belangrijkste osmolyten zijn het aminozuur proline en het stikstofhoudende molecuul glycinebetaïne. Ze verlagen de osmotische waarde van de plantencel — dat wil zeggen: ze verhogen de concentratie opgeloste stoffen in de cel. Hierdoor ontstaat een gradiënt waarbij water uit de omgeving de cel in stroomt, in plaats van eruit. Op die manier kunnen planten zelfs bij een lage bodemvochtigheid toch water opnemen en vasthouden.

Sommige bodembacteriën helpen planten om deze stoffen aan te maken, of leveren ze zelf. Ze stimuleren bijvoorbeeld de genen van de plant die verantwoordelijk zijn voor de aanmaak van proline en glycinebetaïne, of geven signaalstoffen af die die productie in gang zetten. Er zijn ook bacteriën die zelf osmolyten aanmaken en uitscheiden, die vervolgens door de wortels van planten kunnen worden opgenomen.

Dit effect is niet alleen theoretisch, maar ook praktisch aangetoond. In komkommerplanten leidde de aanwezigheid van PGPR-bacteriën tot een hogere productie van proline en suikers, waardoor de cellen langer gevuld bleven met water. In aardbeien bleek dat bacteriën de verdamping verlaagden en de bladschade door uitdroging beperkten. En ook bij olijfplanten zorgden bacteriën voor een betere osmotische aanpassing en verbeterde waterhuishouding onder droge omstandigheden.

Deze vorm van samenwerking laat zien hoe bacteriën niet alleen helpen met wortelgroei of waterretentie, maar ook op celniveau een buffer opbouwen tegen uitdroging. Dankzij deze ‘biologische hydratatieboost’ houden planten hun cellen functioneel, zelfs wanneer de bodem kurkdroog aanvoelt.

Bacteriën stimuleren planten om meer osmolyten op te slaan, wat wateropname verbetert en verdamping vermindert
Bacteriën kunnen planten stimuleren om meer osmolyten in hun cellen op te slaan, waardoor water gemakkelijker de cel instroomt en minder snel verdampt.

Meer goede bacteriën in de bodem brengen

Een van de meest directe manieren om planten beter bestand te maken tegen droogte, is door doelgericht bodembacteriën toe te voegen. Deze zogeheten inoculanten bevatten vaak een mix van rhizobacteriën die bekendstaan om hun positieve effecten op wortelgroei, wateropname en stressbestendigheid. Ze worden meestal toegepast tijdens het zaaien of uitplanten, zodat de bacteriën zich kunnen vestigen in de rhizosfeer van jonge planten.

Producten met meerdere bacteriestammen zijn doorgaans effectiever dan mengsels met slechts één soort. Dat komt doordat verschillende bacteriën een ander specialisme hebben, zoals het stimuleren van wortelgroei, het verhogen van de osmolytenproductie of het beschermen tegen schadelijke micro-organismen. Door ze te combineren, ontstaat er een robuuste microbiële gemeenschap die op meerdere fronten ondersteuning biedt bij droogtestress.

Wie inoculanten wil gebruiken, kan kiezen uit commerciële mengsels die speciaal ontwikkeld zijn voor gebruik in de tuin. Deze zijn eenvoudig toe te voegen aan de bodem, vaak opgelost in water of vermengd met organisch materiaal. Een goed voorbeeld is TNC Bactorr, een Bacillus-mengsel dat bestaat uit onder andere Bacillus amyloliquefaciens, Bacillus brevis, Bacillus circulans, Bacillus coagulans, Bacillus firmus, Bacillus halodenitrificans, Bacillus laterosporus, Bacillus licheniformis, Bacillus megaterium, Bacillus mycoides, Bacillus pasteurii, Bacillus polymyxa en Bacillus subtilis. Het is een van de weinige producten waarbij transparant wordt vermeld welke bacteriën het precies bevat. Biobizz Microbes geeft ook duidelijkheid over de inhoud en bevat Bacillus valezensis, Bacillus megaterium, Bacillus pumilus en Bacillus licheniformis. Neudorff Azet Rasen Kalk is bijzonder omdat het meer bevat dan alleen Bacillus-soorten: het bevat ook Azospirillum spec., Azotobacter spec. en Frateuria aurentia, naast Bacillus megaterium. Het is daarmee een van de weinige mengsels met een bredere bacteriële diversiteit én een bekende samenstelling. ECOstyle Bodem Booster, ECOstyle Terra-Fertiel en Biotabs Bactrex bevatten eveneens Bacillus-bacteriën, maar vermelden helaas niet welke soorten precies aanwezig zijn. Door slim gebruik te maken van dit soort mengsels kun je de biodiversiteit en weerbaarheid van het bodemleven snel en effectief verhogen.

TNC Bactorr
TNC Bactorr is mijn favoriete inoculant om Bacillus bacteriën aan de grond toe te voegen.
ECOstyle terra-fertile
Een inoculant met een onbekende samenstelling bacteriën is vaak goedkoper per vierkante meter, zoals ECOstyle terra-fertile, maar wat het effect ervan is, is niet altijd duidelijk.

Goede bacteriën tevreden houden

Goede bacteriën toevoegen is een belangrijke eerste stap, maar om echt effect te hebben, moeten ze zich ook thuis voelen in de bodem. Door je tuin slim te onderhouden, kun je ervoor zorgen dat deze micro-organismen actief blijven, zich vermeerderen en hun werk blijven doen — ook tijdens droge periodes.

Bemesting voor goede BACTERIËN

Organische meststoffen spelen een belangrijke rol bij het ondersteunen van bodembacteriën die planten helpen om droogte beter te verdragen. Door organisch materiaal zoals compost of luzernehooi aan de bodem toe te voegen, voorzie je niet alleen de plant van voedingsstoffen, maar creëer je ook een gunstig leefklimaat voor goede bacteriën. Organische stoffen dienen als voedselbron voor micro-organismen en verbeteren de structuur van de bodem, waardoor bacteriën zich beter kunnen vestigen en actiever blijven, zelfs bij beperkte bodemvochtigheid.

Uit verschillende proeven blijkt dat de combinatie van organische mest en specifieke bacteriesoorten zorgt voor een krachtiger effect dan wanneer deze los van elkaar worden toegepast. Zo bleek onder andere dat Bacillus subtilis in combinatie met cellulose een sterker effect heeft op wortelgroei bij paprika, dat Bacillus licheniformis in combinatie met compost de productie van groeihormonen bij tomaat versterkt, en dat Azospirillum effectiever is in droogteomstandigheden wanneer het voldoende organisch materiaal tot zijn beschikking heeft.

WATERVERZORGING VOOR goede bacteriën

De juiste manier van water geven is cruciaal om goede bodembacteriën, zoals Bacillus, Azospirillum en Azotobacter, actief te houden. Na het aanbrengen van een inoculant — bijvoorbeeld tijdens het zaaien of uitplanten — is het belangrijk om de grond meteen licht vochtig te maken, zodat de bacteriën zich goed kunnen verspreiden rond de wortels. De dagen erna moet de bodem licht vochtig blijven, zonder kletsnat te zijn. Te veel water kan ervoor zorgen dat bacteriën wegspoelen of dat de bodem te zuurstofarm wordt. Geef dus liever vaker kleine beetjes water dan in één keer een grote plens.

Zodra planten goed geworteld zijn, kun je de manier van water geven aanpassen. Voor zaailingen of jonge planten is het essentieel dat de bovenste 10 cm van de grond niet volledig uitdroogt, omdat de wortels nog ondiep zijn. Bij volwassen planten ligt de focus juist op het stimuleren van diepere wortelgroei. In die fase helpt het om minder frequent maar wel diep te bewateren. Dat moedigt de plant aan om water te zoeken in diepere lagen, waar de rhizosfeer vaak stabieler en rijker is aan bacteriële activiteit. Door slim te variëren met de watergift, afhankelijk van de groeifase, ondersteun je zowel de plant als de bacteriën die haar weerbaarder maken tegen droogte.

Ook op de lange termijn blijft het belangrijk om te voorkomen dat de grond uitdroogt tot stof of langdurig verzadigd raakt. Een gezonde balans tussen lucht en vocht in de bodem helpt bacteriën actief te blijven, en verhoogt hun vermogen om hormonen, antioxidanten en beschermende stoffen aan te maken. Mulch, compost en het vermijden van harde bewatering met een tuinslang zijn praktische manieren om de waterhuishouding stabiel te houden en het bodemleven te ondersteunen.

Vragen en opmerkingen

Het zelf kweken van groenten, fruit, kruiden en bloemen gaat meestal gemakkelijk, maar soms zit er ook wel eens wat tegen. Mocht je een vraag hebben over het kweken van planten, dan zullen wij deze zo goed mogelijk proberen te beantwoorden. Je kunt je vragen onderaan deze pagina stellen, via het Disqus formulier. Om naar het Disqus formulier te gaan, klik je op de “Stel een vraag!”-knop hieronder.

Bronnen en verder lezen