
Spintmijten, ofwel Tetranychus urticae, kwamen tot voor kort vooral voor op kamerplanten in Nederland en België. Dit kwam omdat het buiten vaak te koud en te vochtig was voor de spintmijten. Nu het langer droog en warm is, zien we dat spint plagen hier ook steeds vaker voor komen op tuinplanten. Aangezien spint mijten veel schade kunnen aanrichten aan onze planten, is het belangrijk om een spint plaag snel te kunnen herkennen. Ook is het belangrijk om te weten hoe je de spintmijten kunt bestrijden zonder conventionele bestrijdingsmiddelen, omdat steeds meer spint populaties resistent worden tegen reguliere insecticide. In dit artikel vertellen we hoe je een spint plaag kunt herkennen en hoe je deze op een alternatieve manier kunt bestrijden.
Het herkennen van een spint plaag
Een spint infectie kan in het begin subtiel zijn. Vaak lijkt de plant het een tijdje gewoon minder te doen. Soms zie je de kleine spinnenwebben die de spintmijten op en tussen de bladeren spannen. Pas bij een nadere inspectie, kun je de spintmijten pas echt goed zien.


De spintmijten hebben een rond of ovaal lijfje dat meestal kleiner dan 1 millimeter lang is. Wanneer je heel goed kijk, kun je de kleine spinnenpootjes zien zitten. Ze kunnen rood, bruin, wit of doorzichtig zijn. Wanneer je met een vergrootglas kijkt, dan zie je vaak ook de jongere spintmijten en de eitjes op de bladeren zitten.


Wanneer de spintmijten een tijdje op de plant zitten, kun je aan de plant zelf zien dat de spintmijten de cellen van de plant kapot maken. Een enkele spint mijt kan ongeveer twintig plantencellen per minuut kapot maken. Ze zuigen het sap dat in de cellen zit op.


De bladeren krijgen een grauw en verbleekt uiterlijk, met een witte, grijze of gele kleur. Wanneer je van dichtbij kijkt, eventueel met een vergroot glas, lijken deze witte, grijze of gele vlekken kleine eilandjes in het blad te vormen. Ook komen er na een tijdje verschillende dode plekken in de bladeren. Vaak zitten de spintmijten ook in de jonge toppen en knoppen van de plant. Na een tijdje gaan deze verwelken en slap hangen. Ook kunnen ze grauw of bruin van kleur worden.
De meeste spint mijten hebben hoge temperaturen en een lage luchtvochtigheid nodig om te kunnen overleven en om zich voort te planten. Daarom zien we spint meestal alleen in de zomer op planten in de tuin. Binnen in huis of in de tuinkas zien we spint wel vaker. Hier zijn de temperaturen vaak hoger, tussen de 20 en 25 graden Celsius, waardoor de spintmijten erg actief zijn.
Het bestrijden van een spint plaag
Doordat boeren jarenlang verschillende bestrijdingsmiddelen hebben gebruikt tegen spintmijten, zijn ze resistent geworden tegen enkele van deze middelen. Daarnaast zijn deze regulieren middelen vaak ook slecht voor de gezondheid van de mens, het bodemleven en goede insecten. Er is daarom een grote zoektocht gestart naar het gebruik van alternatieve methoden om spint te bestrijden. In dit artikel bespreken we verschillende van deze alternatieve methoden om spint plagen te bestrijden.
Combinatieteelt
Sommige planten scheiden stoffen uit die vervelende insecten, zoals de spintmijt, weg jagen. De meest gebruikte plant tegen spint mijten is waarschijnlijk de Cleome gynandra, ofwel de Afrikaanse spinnen bloem. Deze wordt vaak in rozenkwekerijen in warme landen gebruikt. Helaas is deze plant in Nederland en België moeilijk te vinden. Hier zou moederkruid planten, pepermunt planten en knoflook planten gebruikt kunnen worden om spint mijten af te weren en natuurlijke vijanden aan te trekken.
Mycorrhiza
Mycorrhiza zijn schimmels die samenwerken met de wortels van een plant. Het is bekend dat de meeste planten beter groeien en een betere oogst geven wanneer er mycorrhiza schimmels op de wortels van de plant zitten. Inmiddels is ook bekend dat mycorrhiza schimmels invloed hebben op de afweerstoffen die en plant uitscheidt. In ieder geval bij bonenplanten en bij Lotus japonicus planten zorgen mycorrhiza schimmels ervoor dat de plant stoffen aanmaakt die roofmijten aan trekken die spint mijten opeten. Gezien mycorrhiza schimmels in ieder geval de algemene gezondheid van planten verhogen, en wellicht ook de specifieke afweer tegen spint mijten, is het aan te rijden om een mycorrhiza mengsel, zoals BioNova MicroLife, door de bodem van planten die gevoelig zijn voor spint plagen te mengen.
Natuurlijke vijanden
Er zijn verschillende andere insecten, bacteriën en schimmels die spint mijten kunnen aanvallen en vernietigen. De meeste van deze natuurlijke vijanden komen niet in Nederland of België voor, en zijn hier ook niet te krijgen om uit te zetten op planten die leiden onder een spint plaag. De natuurlijke vijanden die te koop zijn, zijn vaak erg duur en overleven het alleen voor een langere tijd wanneer ze in de juiste omgeving worden gehouden. In veel gevallen is het gebruik van natuurlijke vijanden voor de bestrijding van een spint plaag daarom niet haalbaar.
Roofmijt Phytoseiulus persimilis
Het dieet van de Phytoseiulus persimilis roofmijt bestaat alleen uit spintmijten. De roofmijt kan daarom alleen overleven wanneer er voldoende spintmijten zijn. Zodra de spintmijten plaag is bestreden, verdwijnen de roofmijten vanzelf. Doordat de roofmijten in de meeste gevallen maar kort leven, doordat de voorraad spintmijten snel na het uitzetten van de roofmijten snel afneemt, is deze manier van bestrijden alleen raadzaam bij erg grote plagen. Wanneer je besluit om roofmijten uit te zetten, zorg er dan voor dat je geen biologische insecticide gebruikt die pyrethrine bevatten, zoals Bayer Natria Pyrethrum, want hier kunnen deze roofmijten heel slecht tegen.
Roofmijt Neoseiulus californicus
Soms wordt een andere roofmijt, de Neoseiulus californicus, ook wel Amblyseius californicus genoemd, ook gebruikt om spint te bestrijden, maar deze roofmijt is daar volgens sommige onderzoeken slechter in het bestrijden van spint dan de Phytoseiulus persimilis roofmijt. Het voordeel van de Neoseiulus californicus is dat deze ook stuifmeel kan eten wanneer het aantal spintmijten is afgenomen. Hierdoor kunnen ze langer overleven, en hoeven ze niet opnieuw uitgezet te worden wanneer de spintplaag terug keert. Ook heeft de Neoseiulus californicus een lagere luchtvochtigheid, maar 65%, nodig om zich voort te planten dan de Phytoseiulus persimilis, welke 95% luchtvochtigheid nodig heeft. Voor grote tuinkassen waar spint een terugkerend probleem is, kan het handig zijn om een mix van Phytoseiulus persimilis en Neoseiulus californicus roofmijten uit te zetten. Het is dan wel belangrijk dat de luchtvochtigheid en de temperatuur constant hoog wordt gehouden en dat er altijd planten in de kas staan die bloeien.
Essentiële oliën en planten extracten
Mengsels die essentiële oliën of planten extracten bevatten worden steeds vaker gebruikt als een alternatief voor “gewone” insecticiden. In veel gevallen zijn deze alternatieven nog in de experimentele fase, en zijn ze nog niet officieel goed gekeurd als biologisch bestrijdingsproduct. Wanneer je “officieel” biologisch wilt telen, dan kun je deze middelen vaak dus nog niet gebruiken. Doordat het gebruik van essentiële oliën en planten extracten nog niet op grote schaal gedaan wordt, is er ook nog vrij weinig bekend over de langetermijngevolgen van deze producten. Het is daarom altijd een risico, zowel voor mensen, dieren als goede insecten, om essentiële oliën of planten extracten te gebruiken als insecticide.
Mengsels met essentiële oliën
Er zijn verschillende soorten essentiële oliën getest om spint mijten te bestrijden. Van mengsels met basilicum olie, kamille olie, eucalyptus olie, rozemarijn olie, oregano olie, tijm olie, en bonenkruid olie is aangetoond dat deze het aantal spint mijten op planten kan verminderen. Een mengsel met één of meerdere van deze essentiële oliën kan gebruikt worden om een spint plaag aan te pakken.
Essentiële olie wordt niet puur gebruikt, want dit kan de plant beschadigen. In plaats daarvan wordt de olie gemengd met water een emulgator. De meest effectieve mengsels van essentiële oliën bevatten maar 0,1% essentiële olie. Dit betekent dat je 1 gram essentiële olie mengt met 999 gram van het water en emulgator mengsel. Hoeveel van de emulgator je met het water moet mengen, hangt af van het merk en de concentratie van de emulgator. Deze informatie kun je dan ook terug vinden op de verpakking.
Het is bij het maken van het essentiële olie mengsel belangrijk dat je een precieze weegschaal gebruikt om de olie en het water-emulgator mengsel af te meten. Wanneer er te veel olie in het mengsel komt, dan is de kans groot dat de plant hier slecht op reageert en beschadigd. Echter, de hoeveelheid werkzame stoffen in een flesje essentiële olie kan per merk en per productie datum verschillen. Het kan daarom nodig zijn om de hoeveelheid essentiële oliën in het mengsel op te schroeven naar 2%. Begin altijd met een mengsel met het laagste percentage essentiële olie en verhoog de hoeveelheid in kleine stapjes wanneer het mengsel niet lijkt te werken.
Het mengsel kan in een spray fles gedaan worden en op de planten worden gespoten. Het is belangrijk dat de spintmijten in contact komen met het mengsel, anders werkt het niet. Dit betekent dat je niet alleen de bovenkant van de bladeren moet inspuiten, maar ook de onderkant van de bladeren en de takken. Doordat zonlicht de werking kan verminderen, is het aan te raden om de plant pas ’s avonds, na zonsondergang in te sprayen. De essentiële oliën hebben dan een aantal uur de tijd om in te werken op de spintmijten.
Planten extracten
Enkele onderzoeken hebben laten zien dat spintmijten gevoelig zijn voor knoflook extracten. Dit komt waarschijnlijk omdat deze extracten veel zwavel bevatten. Meestal wordt een verdunt distillaat van knoflook gebruikt, omdat dit de meeste werkzame stoffen gebruikt. Wanneer er een mengsel van 14 gram knoflook distillaat met een liter water op de spintmijten wordt gespoten, dan gaan de meeste spintmijten dood. Niet-gedestilleerde mengsels van water of alcohol waarin verse knoflook was getrokken, waren over het algemeen een stuk minder effectief dan mengsels gedestilleerde knoflook extracten.
Advies nodig?
Één van de dingen die deze website zo leuk maakt, is het beantwoorden van vragen van lezers. Doordat het bezoekersaantal in de afgelopen jaren erg is gestegen, is het aantal vragen over planten dat binnenkomt ook erg gestegen. Aangezien we vaak dezelfde vragen krijgen, hebben we besloten om alleen nog maar vragen via de Disqus te beantwoorden. Helemaal onderaan de pagina, onder de lijst met bronnen, vindt je een Disqus formulier waarin je een vraag kunt stellen. Het is ook mogelijk om hier foto's aan toe te voegen.
Bronnen en verder lezen
- Afify, A. E. M. M., Ali, F. S., & Turky, A. F. (2012). Control of Tetranychus urticae Koch by extracts of three essential oils of chamomile, marjoram and Eucalyptus. Asian Pacific journal of tropical biomedicine, 2(1), 24-30.
- Agut, B., Pastor, V., Jaques, J., & Flors, V. (2018). Can plant defence mechanisms provide new approaches for the sustainable control of the two-spotted spider mite Tetranychus urticae?. International journal of molecular sciences, 19(2), 614.
- Attia, S., Grissa, K. L., Mailleux, A. C., Lognay, G., Heuskin, S., Mayoufi, S., & Hance, T. (2012). Effective concentrations of garlic distillate (Allium sativum) for the control of Tetranychus urticae (Tetranychidae). Journal of Applied Entomology, 136(4), 302-312.
- Attia, S., Grissa, K. L., Lognay, G., Bitume, E., Hance, T., & Mailleux, A. C. (2013). A review of the major biological approaches to control the worldwide pest Tetranychus urticae (Acari: Tetranychidae) with special reference to natural pesticides. Journal of Pest Science, 86(3), 361-386.
- Auger, P., Migeon, A., Ueckermann, E. A., Tiedt, L., & Navarro, M. N. (2013). Evidence for synonymy between Tetranychus urticae and Tetranychus cinnabarinus (Acari, Prostigmata, Tetranychidae): Review and new data. Acarologia, 53(4), 383-415.
- Bensoussan, N., Santamaria, M. E., Zhurov, V., Diaz, I., Grbić, M., & Grbić, V. (2016). Plant-herbivore interaction: dissection of the cellular pattern of Tetranychus urticae feeding on the host plant. Frontiers in plant science, 7, 1105.
- Brust, G. E., & Gotoh, T. (2018). Mites: Biology, Ecology, and Management. In Sustainable Management of Arthropod Pests of Tomato (pp. 111-130). Academic Press.
- Cakmak, I., Janssen, A., Sabelis, M. W., & Baspinar, H. (2009). Biological control of an acarine pest by single and multiple natural enemies. Biological Control, 50(1), 60-65.
- Cameron, D. D., Neal, A. L., van Wees, S. C., & Ton, J. (2013). Mycorrhiza-induced resistance: more than the sum of its parts?. Trends in plant science, 18(10), 539-545.
- Choi, W. I., Lee, S. G., Park, H. M., & Ahn, Y. J. (2004). Toxicity of plant essential oils to Tetranychus urticae (Acari: Tetranychidae) and Phytoseiulus persimilis (Acari: Phytoseiidae). Journal of economic entomology, 97(2), 553-558.
- da Camara, C. A., Akhtar, Y., Isman, M. B., Seffrin, R. C., & Born, F. S. (2015). Repellent activity of essential oils from two species of Citrus against Tetranychus urticae in the laboratory and greenhouse. Crop Protection, 74, 110-115.
- De Souza-Pimentel, G. C., Reis, P. R., Da Silveira, E. C., Marafeli, P. D. P., Silva, E. A., & De Andrade, H. B. (2014). Biological control of Tetranychus urticae (Tetranychidae) on rosebushes using Neoseiulus californicus (Phytoseiidae) and agrochemical selectivity. Revista Colombiana de Entomología, 40(1), 80-84.
- Duso, C., Malagnini, V., Pozzebon, A., Castagnoli, M., Liguori, M., & Simoni, S. (2008). Comparative toxicity of botanical and reduced-risk insecticides to Mediterranean populations of Tetranychus urticae and Phytoseiulus persimilis (Acari Tetranychidae, Phytoseiidae). Biological Control, 47(1), 16-21.
- Fasulo, T. R., & Denmark, H. A. (2000). Twospotted Spider Mite, Tetranychus urticae Koch (Arachnida: Acari: Tetranychidae). University of Florida Cooperative Extension Service, Institute of Food and Agricultural Sciences, EDIS.
- García-Marí, F., & González-Zamora, J. E. (1999). Biological control of Tetranychus urticae (Acari: Tetranychidae) with naturally occurring predators in strawberry plantings in Valenica, Spain. Experimental & applied acarology, 23(6), 487-495.
- Hata, F. T., Ventura, M. U., Carvalho, M. G., Miguel, A. L., Souza, M. S., Paula, M. T., & Zawadneak, M. A. (2016). Intercropping garlic plants reduces Tetranychus urticae in strawberry crop. Experimental and Applied Acarology, 69(3), 311-321.
- Hincapié, C. A. L., López, G. E. P., & Torres, R. C. (2008). Comparison and characterization of garlic (Allium sativum L.) bulbs extracts and their effect on mortality and repellency of Tetranychus urticae Koch (Acari: Tetranychidae). Chilean Journal of Agricultural Research, 68(4), 317-327.
- López, R., & Shepard, B. M. (2007, March). Feverfew as a companion crop reduces spider mites, whiteflies and thrips in other medicinal plants. In International Symposium on Medicinal and Nutraceutical Plants 756 (pp. 33-38).
- Miresmailli, S., Bradbury, R., & Isman, M. B. (2006). Comparative toxicity of Rosmarinus officinalis L. essential oil and blends of its major constituents against Tetranychus urticae Koch (Acari: Tetranychidae) on two different host plants. Pest Management Science: formerly Pesticide Science, 62(4), 366-371.
- Miresmailli, S., & Isman, M. B. (2006). Efficacy and persistence of rosemary oil as an acaricide against twospotted spider mite (Acari: Tetranychidae) on greenhouse tomato. Journal of economic entomology, 99(6), 2015-2023.
- Mossa, A. T. H., Afia, S. I., Mohafrash, S. M., & Abou-Awad, B. A. (2019). Rosemary essential oil nanoemulsion, formulation, characterization and acaricidal activity against the two-spotted spider mite Tetranychus urticae Koch (Acari: Tetranychidae). Journal of Plant Protection Research, 59(1).
- Nishida, T., Katayama, N., Izumi, N., & Ohgushi, T. (2010). Arbuscular mycorrhizal fungi species‐specifically affect induced plant responses to a spider mite. Population ecology, 52(4), 507-515.
- Nyalala, S. O., Petersen, M. A., & Grout, B. W. W. (2011). Acetonitrile (methyl cyanide) emitted by the African spider plant (Gynandropsis gynandra L.(Briq)): Bioactivity against spider mite (Tetranychus urticae Koch) on roses. Scientia Horticulturae, 128(3), 352-356.
- Nyalala, S., & Grout, B. (2007). African spider flower (Cleome gynandra L./Gynandropsis gynandra (L.) Briq.) as a red spider mite (Tetranychus urticae Koch) repellent in cut-flower rose (Rosa hybrida L.) cultivation. Scientia horticulturae, 114(3), 194-198.
- Occhipinti, A., & Maffei, M. E. (2013). Chlorophyll and its degradation products in the two-spotted spider mite, Tetranychus urticae: observations using epifluorescence and confocal laser scanning microscopy. Experimental and applied acarology, 61(2), 213-219.
- Opit, G. P., Nechols, J. R., & Margolies, D. C. (2004). Biological control of twospotted spider mites, Tetranychus urticae Koch (Acari: Tetranychidae), using Phytoseiulus persimilis Athias-Henriot (Acari: Phytoseidae) on ivy geranium: assessment of predator release ratios. Biological control, 29(3), 445-452.
- Park, Y. L., & Lee, J. H. (2002). Leaf cell and tissue damage of cucumber caused by twospotted spider mite (Acari: Tetranychidae). Journal of Economic Entomology, 95(5), 952-957.
- Pavela, R., Stepanycheva, E., Shchenikova, A., Chermenskaya, T., & Petrova, M. (2016). Essential oils as prospective fumigants against Tetranychus urticae Koch. Industrial crops and products, 94, 755-761.
- Pavela, R. (2015). Acaricidal properties of extracts of some medicinal and culinary plants against Tetranychus urticae Koch. Plant Protection Science, 52(1), 54-63.
- Praslicka, J., & Huszar, J. (2004). Influence of temperature and host plants on the development and fecundity of the spider mite Tetranychus urticae (Acarina: Tetranychidae). Plant Protection Science-UZPI (Czech Republic).
- Rachna, G., & Monika, G. (2014). Impact of weather parameters on the population dynamics of Tetranychus urticae Koch on field grown cucumber. Annals of Biology, 30(1), 140-145.
- Schausberger, P., Peneder, S., Jürschik, S., & Hoffmann, D. (2012). Mycorrhiza changes plant volatiles to attract spider mite enemies. Functional Ecology, 26(2), 441-449.
- Sertkaya, E., Kaya, K., & Soylu, S. (2010). Acaricidal activities of the essential oils from several medicinal plants against the carmine spider mite (Tetranychus cinnabarinus Boisd.)(Acarina: Tetranychidae). Industrial Crops and Products, 31(1), 107-112.
- Tabet, V. G., Vieira, M. R., Martins, G. L. M., & Sousa, C. G. N. M. D. (2018). Plant extracts with potential to control of two-spotted spider mite. Arquivos do Instituto Biológico, 85.
- Tak, J. H., & Isman, M. B. (2017). Acaricidal and repellent activity of plant essential oil-derived terpenes and the effect of binary mixtures against Tetranychus urticae Koch (Acari: Tetranychidae). Industrial crops and products, 108, 786-792.
- Togashi, K., Goto, M., Rim, H., Hattori, S., Ozawa, R., & Arimura, G. I. (2019). Mint companion plants attract the predatory mite Phytoseiulus persimilis. Scientific reports, 9(1), 1704.
- Van den Boom, C. E. M., Van Beek, T. A., & Dicke, M. (2002). Attraction of Phytoseiulus persimilis (Acari: Phytoseiidae) towards volatiles from various Tetranychus urticae-infested plant species. Bulletin of Entomological Research, 92(6), 539-546.