
Van alle kevers die we in de tuin kunnen tegenkomen, is het rozemarijngoudhaantje waarschijnlijk het mooiste exemplaar. Met zijn glimmende groen-rood gestreepte schild valt deze kever vooral op zonnige dagen op. Ondanks dat het rozemarijngoudhaantje schade aanbrengt aan planten en in veel landen voor komt, is het insect niet zo’n groot probleem dat er grootschalig onderzoek wordt gedaan naar hoe dit insect het beste bestreden kan worden. In vergelijking met veel van onze andere artikelen, is dit artikel over het rozemarijngoudhaantje dan ook wat beperkt.
Het herkennen van het rozemarijngoudhaantje
Het rozemarijngoudhaantje (Chrysolina americana) komt oorspronkelijk uit Zuid-Europa. Door de import van planten zoals rozemarijn, salie, lavendel en tijm is deze kever inmiddels ook in Nederland en België terechtgekomen. Omdat de winters tegenwoordig relatief mild zijn, kan het rozemarijngoudhaantje hier overleven én zich voortplanten. In het Verenigd Koninkrijk is dit al sinds de jaren 90 het geval, en ook in de Lage Landen lijkt de soort zich blijvend te vestigen.
Zoals de naam al doet vermoeden, vind je het rozemarijngoudhaantje vooral op rozemarijn. Maar ook andere mediterrane, houtachtige kruiden zijn favoriet, zoals salie, lavendel en tijm. De kevers voeden zich met het blad, vooral met de jonge blaadjes aan de uiteinden van de takken. Soms eten ze ook van de bloemen. Hoewel ze de planten meestal niet volledig kaalvreten, zorgen ze er wél voor dat je kruiden er minder fris en gezond uitzien. In siertuinen of pottenkruiden kan deze schade visueel storend zijn, en bij grootschalige teelt is het zelfs een risico voor de oogstkwaliteit.


Dankzij hun glimmende, metallic uiterlijk vallen de kevers vooral op tijdens zonnige dagen, wanneer hun kleuren extra schitteren. Op hun schild zie je groene en roodpaarse strepen. Ze zijn vrij groot voor een kever: het lichaam is ongeveer 5 tot 10 millimeter lang.

Zo opvallend als de volwassen kevers zijn, zo onopvallend zijn de larven. Deze zijn ongeveer 1 centimeter lang en hebben een grijzig, onopvallend lijfje. Ze zitten meestal op jonge blaadjes van mediterrane kruiden, waardoor je ze makkelijk over het hoofd ziet. De meeste schade aan planten wordt overigens door de larven veroorzaakt, niet door de volwassen kevers.


Het bestrijden van het rozemarijngoudhaantje
Voor zover bekend eten rozemarijngoudhaantjes alleen houtachtige kruiden uit het Middellandse Zeegebied, zoals rozemarijn, salie, lavendel en tijm. Hierdoor blijft een plaag meestal beperkt van omvang: de kevers hebben maar een kleine voedselbron tot hun beschikking. Alleen als je een grote collectie van deze kruiden hebt — bijvoorbeeld in een kruidentuin of kwekerij — kan een plaag zich flink uitbreiden.


Op dit moment zijn er geen chemische of biologische bestrijdingsmiddelen specifiek toegelaten tegen het rozemarijngoudhaantje. Volgens sommige bronnen worden deze kevers gegeten door vogels of bepaalde wespen, maar er is weinig wetenschappelijk bewijs voor. Door hun glimmende, metalen schild lijken ze bovendien minder aantrekkelijk voor veel natuurlijke vijanden.
Ook in de wereld van (bio)pesticiden is er weinig bekend over de bestrijding van deze specifieke kever. Er is dan ook geen officieel goedgekeurd middel beschikbaar om het rozemarijngoudhaantje te bestrijden. De meest effectieve aanpak is nog altijd om de larven en volwassen kevers met de hand van de planten te plukken en te vernietigen.
Er zijn aanwijzingen dat biologische bestrijdingsmiddelen zoals Beauveria bassiana, Bacillus thuringiensis, Steinernema- en Heterorhabditis-nematoden ook kunnen werken tegen het rozemarijngoudhaantje. Deze middelen worden met succes ingezet tegen kevers die nauw verwant zijn aan Chrysolina americana, zoals de coloradokever (Leptinotarsa decemlineata) en andere soorten uit de familie van de bladkevers (Chrysomelidae). Chrysolina americana behoort, net als deze plaagsoorten, tot de onderfamilie Chrysomelinae — een groep kevers die zich voedt met planten en waarvan met name de larven gevoelig blijken voor microbiële en biologische bestrijding.
Hoewel er nog geen specifieke studies zijn naar het effect van deze middelen op Chrysolina americana, bieden de goede resultaten bij verwante kevers voldoende aanleiding om ze kleinschalig uit te proberen — bijvoorbeeld in potten op het terras of in een beschutte kas.
Beauveria bassiana is een entomopathogene (insectendodende) schimmel die kevers en andere insecten van binnenuit infecteert. Zodra de schimmelsporen in contact komen met het lichaam van de keverlarve, dringen ze via de huid naar binnen. Binnen enkele dagen doodt de schimmel het insect. Je brengt Beauveria bassiana aan als een spray op de plant of rechtstreeks op de larven. Het werkt het best bij temperaturen tussen de 20 en 30 graden Celsius en bij een hoge luchtvochtigheid — dus bijvoorbeeld na een regenbui of in een kas. Het middel is selectief en wordt veel gebruikt in biologische teelt. Hiervoor zou je bijvoorbeeld Tricomic kunnen gebruiken. In dit mengsel zitten verschillende goede micro-organismen, waaronder Beauveria bassiana.
Bacillus thuringiensis (Bt) is een bacterie die een eiwit aanmaakt dat giftig is voor specifieke insecten. Voor kevers zoals de coloradokever wordt de stam Bt var. tenebrionis gebruikt. De larven moeten van het behandelde blad eten om het toxine binnen te krijgen. Binnen enkele uren stopt de larve met eten, en na een paar dagen sterft ze. Het is een veilig middel voor mensen, huisdieren en nuttige insecten, zolang je de juiste Bt-stam gebruikt en spuit bij droog weer, liefst ‘s avonds.Hiervoor zou je Cordalene of ECOstyle RupsVrij kunnen gebruiken. Deze producten werken beide op basis van de Bacillus thuringiensis bacterie.
Steinernema-nematoden zijn microscopisch kleine wormpjes die actief op zoek gaan naar insectenlarven in de bodem of op het plantoppervlak. Ze dringen hun prooi binnen via lichaamsopeningen en geven daar bacteriën af die de larve doden. De nematoden planten zich binnenin het dode insect voort en zoeken daarna een nieuwe prooi. Je koopt ze meestal als poeder dat je mengt met water en op de bodem of planten giet. Ze werken het best bij een bodemtemperatuur van 14–30 °C en bij voldoende vocht. Hiervoor zou je Rootsum Felti-Care of Aaltjes tegen rouwmuggen kunnen gebruiken.
Net als Steinernema zijn Heterorhabditis-nematoden natuurlijke vijanden van insectenlarven. Ze zijn iets agressiever en dringen het lichaam van de larve direct binnen, zelfs zonder lichaamsopeningen. Hierdoor kunnen ze mogelijk effectiever zijn tegen larven die een harde huid hebben, zoals bij sommige bladkevers het geval is. Ook deze aaltjes zijn verkrijgbaar als poeder of gel die je mengt met water en toepast op de bodem of plantenbasis. Ze zijn bijzonder geschikt voor gebruik in warme, vochtige omstandigheden, zoals in kassen of op zonnige dagen na water geven. Hiervoor zou je Heterorhabditis bacteriophora aaltjes kunnen gebruiken.
Vragen en opmerkingen
Het zelf kweken van groenten, fruit, kruiden en bloemen gaat meestal gemakkelijk, maar soms zit er ook wel eens wat tegen. Mocht je een vraag hebben over het kweken van planten, dan zullen wij deze zo goed mogelijk proberen te beantwoorden. Je kunt je vragen onderaan deze pagina stellen, via het Disqus formulier. Om naar het Disqus formulier te gaan, klik je op de “Stel een vraag!”-knop hieronder.
Bronnen en verder lezen
- ALL, F. (2016). Rosemary beetle Chrysolina americana: A new invasive leaf beetle (Coleoptera: Chrysomelidae: Chrysomelinae) in Israel. Israel J Entomol, 46, 87-91. [Rozemarijngoudhaantje (Chrysolina americana): een nieuw invasief bladkevertje (Coleoptera: Chrysomelidae: Chrysomelinae) in Israël.]
- Beenen, R., & Roques, A. (2010). Leaf and Seed Beetles (Coleoptera, Chrysomelidae). Chapter 8.3. BioRisk, 4, 267. [Blad- en zaadkevers (Coleoptera, Chrysomelidae).]
- Beenen, R., & Winkelman, J. (2001). Notes on Chrysomelidae in The Netherlands 5 (Coleoptera). Entomologische Berichten, 61(5), 63-67. [Aantekeningen over Chrysomelidae in Nederland 5 (Coleoptera).]
- Bieńkowski, A. O., & Orlova-Bienkowskaja, M. J. (2018). Alien leaf beetles (Coleoptera, Chrysomelidae) of European Russia and some general tendencies of leaf beetle invasions. PloS one, 13(9), e0203561. [Exotische bladkevers (Coleoptera, Chrysomelidae) in Europees Rusland en enkele algemene tendensen van bladkeverinvasies.]
- Bozsik, A. (2020). Occurrence and pest status of Chrysolina americana in Hungarian gardens. Journal of Horticultural Research, 28(1), 53–60. [Voorkomen en plaagstatus van Chrysolina americana in Hongaarse tuinen.]
- Bravo, A., Gill, S. S., & Soberón, M. (2007). Mode of action of Bacillus thuringiensis Cry and Cyt toxins and their potential for insect control. Toxicon, 49(4), 423–435. [Werking van de Cry- en Cyt-toxines van Bacillus thuringiensis en hun potentieel voor insectenbestrijding.]
- CABI. (n.d.). Chrysolina americana (rosemary beetle). In CABI Invasive Species Compendium. [Chrysolina americana (rozemarijngoudhaantje)]
- Ellers-Kirk, C. D., Fleischer, S. J., Snyder, R. H., & Lynch, J. P. (2000). Potential of entomopathogenic nematodes for biological control of Acalymma vittatum (Coleoptera: Chrysomelidae) in cucumbers grown in conventional and organic soil management systems. Journal of Economic Entomology, 93(3), 605–612. [Potentieel van entomopathogene nematoden voor de biologische bestrijding van Acalymma vittatum (Coleoptera: Chrysomelidae) in komkommers geteeld onder conventionele en biologische bodembeheersystemen.]
- Hajek, A. E., & St. Leger, R. J. (1994). Interactions between fungal pathogens and insect hosts. Annual Review of Entomology, 39, 293–322. [Interacties tussen schimmelpathogenen en insecten-gastheren.]
- Hassan, F. R., Abdullah, S. K., & Assaf, L. H. (2019). Pathogenicity of the entomopathogenic fungus, Beauveria bassiana (Bals.) Vuill. endophytic and a soil isolate against the squash beetle, Epilachna chrysomelina (F.) (Coleoptera: Coccinellidae). Egyptian Journal of Biological Pest Control, 29, 74. [Pathogeniciteit van de entomopathogene schimmel Beauveria bassiana (Bals.) Vuill., als endofyt en bodemisolaat, tegen de pompoenkever Epilachna chrysomelina (F.) (Coleoptera: Coccinellidae).]
- Journey, A. M., & Ostlie, K. R. (2000). Biological control of the western corn rootworm (Coleoptera: Chrysomelidae) using the entomopathogenic nematode, Steinernema carpocapsae. Environmental Entomology, 29(4), 822–831. [Biologische bestrijding van de westelijke maïswortelboorder (Coleoptera: Chrysomelidae) met behulp van de entomopathogene nematode Steinernema carpocapsae.]
- Kaya, H. K., & Gaugler, R. (1993). Entomopathogenic nematodes. Annual Review of Entomology, 38, 181–206. [Entomopathogene nematoden.]
- Kurtz, B., Toepfer, S., Ehlers, R. U., & Kuhlmann, U. (2007). Establishment and persistence of Heterorhabditis bacteriophora, H. megidis, and Steinernema feltiae for controlling Diabrotica virgifera virgifera larvae in maize. Journal of Applied Entomology, 131(6), 420–429. [Vestiging en persistentie van Heterorhabditis bacteriophora, H. megidis en Steinernema feltiae voor de bestrijding van Diabrotica virgifera virgifera-larven in maïs.]
- MacLeod, A. (2002). Chrysolina americana (L.) (Coleoptera: Chrysomelidae): A review of its biology and pest status in the UK. Annals of Applied Biology, 140(3), 287–298. [Chrysolina americana (L.) (Coleoptera: Chrysomelidae): een overzicht van de biologie en plaagstatus in het Verenigd Koninkrijk.]
- Roy, H. E., Badmin, J. S., & Comont, R. F. (2011). The beetle invasion of Chrysolina americana in Britain. British Journal of Entomology and Natural History, 24(3), 203–211. [De keverinvasie van Chrysolina americana in Groot-Brittannië.]
- Sanahuja, G., Banakar, R., Twyman, R. M., Capell, T., & Christou, P. (2011). Bacillus thuringiensis: a century of research, development and commercial applications. Plant Biotechnology Journal, 9(3), 283–300. [Bacillus thuringiensis: een eeuw van onderzoek, ontwikkeling en commerciële toepassingen.]
- Schnepf, E., Crickmore, N., Van Rie, J., Lereclus, D., Baum, J., Feitelson, J., … & Dean, D. H. (1998). Bacillus thuringiensis and its pesticidal crystal proteins. Microbiology and Molecular Biology Reviews, 62(3), 775–806. [Bacillus thuringiensis en zijn pesticide kristaleiwitten.]
- Shapiro-Ilan, D. I., & Gaugler, R. (2002). Production technology for entomopathogenic nematodes and their bacterial symbionts. Journal of Industrial Microbiology and Biotechnology, 28(3), 137–146. [Productietechnologie voor entomopathogene nematoden en hun bacteriële symbionten.]
- Voigt, D., Tsipenyuk, A., & Varenberg, M. (2017). How tight are beetle hugs? Attachment in mating leaf beetles. Royal Society open science, 4(9), 171108. [Hoe stevig zijn keverknuffels? Hechting tijdens de paring bij bladkevers.]
- ZARKANİ, A., & TURANLI, F. Insect Pests Complex of Common Sage (Salvia officinalis L.)(Lamiaceae) and Their Natural Enemies. Yüzüncü Yıl Üniversitesi Tarım Bilimleri Dergisi, 29(1), 34-42. [Complex van insectenplagen op gewone salie (Salvia officinalis L.) (Lamiaceae) en hun natuurlijke vijanden.]